Winterslaap

Als het in december buiten donkerder wordt, wordt het in mij ook donker. Ik voel me alsof ik bij alles wat ik doe door stroop moet waden. Of als zo’n droom waarin je probeert te rennen, maar je benen blijken van elastiek en je komt niet vooruit.

Kogelvrij glas

Ik kan alles gewoon nog zoals altijd. Ik kan lachen en grappen maken, wandelen fietsen mediteren werken. Als ik niets zeg merkt niemand het. Maar geen van deze activiteiten geeft voldoening of plezier. Er lijkt een element van vreugde te ontbreken, ik voel me leeg, een ledenpop, die wel beweegt maar geen geest heeft. Het kost me moeite om aan iets te beginnen, en wanneer ik begonnen ben, sleep ik me er doorheen, omdat het allemaal niet uitmaakt. Er zit een een plaat kogelvrij glas tussen mij en mijn vreugde.Ik google wat rond, en kom op anhedonie. Geen vreugde meer kunnen ervaren. 

Winterslaap

Slapen wil ik graag, dan hoef ik even niet te voelen. Het enige wat ik nog een beetje ‘leuk’ vind zijn de blaadjes aan de bomen en al hun prachtige kleuren. Het liefst zou ik de hele dag onder een boom zitten en naar de gekleurde bladeren kijken. Verder niets. Niet eten niet koken niet praten. Niet bewegen, dat gaat richting het catatonische.  Maar helemaal daaraan toegeven durf ik niet. Ik denk dat ik dan wegzink in de modder, dat ik er nooit meer uitkom, niets meer doe en verdrink in een moeras van droefheid en willoosheid. Sommigen beweren dat de winterslaap zo begint. Ik zou wel willen slapen gedurende de winter, tot het weer lente wordt. 

Hop in het licht

Ik vertel het aan mijn lief. Hij begrijpt het niet helemaal maar hij luistert wel. Gelukkig hoef ik van hem niet anders. Ik hoef niet vrolijk te doen als ik het niet ben. 

Hij dringt erop aan dat ik voor mijn (daglicht)lamp ga mediteren.  Ik weet dat dat beter is. Het duurt drie dagen voordat ik mijzelf ertoe kan zetten. Ik ga voor de daglicht lamp zitten en kijk in het licht. Het is even wennen, maar na vijf minuten vind ik het prettig. De poezen doen ook mee. Zo schattig.

Reflectie

Ook het licht op mijn gedachten. Tijdens mijn meditatie laat ik het waar zijn dat ik opzie tegen de winter. Dat ik me verzet tegen het donkere moeras van negatieve gevoelens en apathie. Ik weet dat het over gaat, en dat er met Pasen niets meer aan de hand is. Dat ik een beetje rustig aan moet doen, in de winterstand kan gaan. Ik kijk naar mijn reflectie in het zwart van de ruit.

En ik merk dat ik niet alleen opzie tegen het begin van deze periode maar ook tegen het einde. In het begin van de winter wil ik niet zinken in dat zware gevoel. Maar aan het eind, in het voorjaar, dan voel ik de energie al wel stromen. Iets roept dan weer. Maar het is dan snel op, en dan zak ik weer dieper terug in het zwart. Dat is de andere moeilijke periode. Daartussen in is het een kwestie van volhouden. Meestal lukt dat wel. 

Zelf blijven bij wat ik ervaar

Door hier op dit moeilijke punt aandachtig bij mezelf te blijven in plaats van de gevoelens te negeren (en met een beetje hulp van mijn lief) krijg ik iets meer grip. Dan ben ik meer dan mijn emoties. Ik zie dat dit mijn reactie is op kou en weinig licht, die roepen gevoelens op van vroege verlatenheid en onmacht. En ik zie ook dat het niet helpt om met te verzetten of door zo ver vooruit te kijken. Dat ik beter in het nu kan blijven en dan kijken wat past. 

Wat kan ik doen

Er zijn een paar dingen waar ik invloed op heb. De daglichtlamp dus. Ik slik extra vitamine B en D op advies van de homeopaat. Het lijkt te schelen en elke dag slik ik zorgvuldig als een gelovige mijn medicijn. En ik ben heel voorzichtig met alcohol, want bij een glas teveel ga ik de volgende dag op zwart. Ik probeer de discipline op te brengen om elke dag naar buiten te gaan. Soms doet dit niets, maar het leidt in elk geval af. En ik kijk per moment hoe het is, vooral niet vooruit denken aan februari en maart.

Door per moment aandachtig te zijn bij wat ik voel en ervaar lost in elk geval het verzet op. De energie die daarheen ging zet ik om in discipline van wandelen, meditatie, op tijd eten, wel aankleden. De beklemming neemt af, en ik voel nog steeds de somberheid, maar die is niet meer zo vast. Ik heb mezelf in elk geval voor vandaag uit het moeras getrokken. Morgen kijk ik opnieuw.

O ja, helpen Ken je iemand die hier ook last van heeft? Voel je de drang om de ander op te vrolijken, uit de put te slepen, of om te zeggen dat degene niet zo moet treuren, of keur je de gevoelens af?
Dat is begrijpelijk en goed bedoeld, maar het helpt niet. Het maakt dat ik me nog rotter voel, dat het niet mag zijn zoals het is. Daarnaast vind ik het mijn eigen taak om om te gaan met deze gevoelens, en te ontdekken dat het beste gaat. Dat begint met me uitspreken over hoe het is, en een manier vinden om toch te kunnen functioneren. Bij het vinden van een manier om te kunnen functioneren kun je misschien wel helpen. Maar als je het niet weet, begin dan met te vragen of en wat je voor de ander kan doen. Of doe een voorstel, maar dring niet teveel aan. Benader mij als een volwassen mens, niet als hulpbehoevend of als slachtoffer. Ik ben je er dankbaar voor.